Manuel del Pópulo García (1775 – 1832)

Manuel del Pópulo García

Manuel del Pópulo García

Geboren in Sevilla zou hij een van de meest succesvolle zangers worden van zijn tijd. Reeds met faam overladen in Madrid, Sevilla en Cadiz vertrok hij naar Parijs waar hij zijn roem versterkte in opera’s van Mozart, Rossini en eigen werk. Dit viel op en Rossini haalde hem naar Napels waar hij menig opera van de meester mocht openen. Zo was de rol van graaf Almaviva in de “Barbier van Sevilla” opgedragen aan García. Na zijn zegetocht in Napels ging hij met familie en entourage door op wereld-tournee. (Echtgenote Joaquina Briones, zoon Manuel junior en oudste dochter Maria waren eveneens professionele zangers.) Zo bracht hij de eerste uitvoeringen van Italiaanse opera’s ooit in New York en Mozart’s Don Giovanni in aanwezigheid van de librettist Lorenzo Da Ponte. Hij keerde berooid terug naar Europa na te zijn beroofd van al zijn bezittingen op weg naar Vera Cruz (Mexico), en vestigde zich in Parijs waar hij zich toewijdde aan het overdragen van zijn zangtechniek.

Als componist heeft hij menige opera’s en tonadillas* geschreven in de Italiaanse en Spaanse school. Meest bekende voorbeeld hiervan is de opera “El poeta calculista” (1805) met de populaire aria “Yo que soy contrabandista”. Veel van van zijn werk is door zijn kroost, die eveneens muzikaal begaafd bleek, bewerkt en uitgevoerd . Zo werden zijn dochters Maria en Paulina beroemde opera zangeressen, onderricht door vader García, en braken door respectievelijk onder de namen Maria Malibran en Pauline Viardot.